Van 13 januari t/m 28 februari 2019 is ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Jan Naaijkens op 10 februari a.s. in het Andreas Schotel Museum te Esbeek – met hulp van de familie – een tentoonstelling ingericht met een keuze uit zijn beeldend oeuvre: grafisch werk en reistekeningen.
Als duizendpoot is Jan Naaijkens op vele terreinen bekend van onderwijzer tot radiopresentator, van schrijver tot verteller, van organisator tot toneelschrijver en -regisseur. Voor velen is Jan een Brabander pur sang, of liever het prototype van de bourgondische Brabander, mede door het boek Laat mij ze kennen … de Brabanders(1967) en Noord-Brabant in grootvaders tijd(1978).
Zijn affiniteit met beeldende kunst is misschien minder gekend. Met veel kunstenaars onderhoudt hij contacten zoals Rien van de Brink, Frans en Kees Mandos, Wim van de Plas, Henk Potters, Jan Willemen en Dirk Baksteen, maar ook Andreas Schotel. Bij openingen van tentoonstellingen houdt hij inleidingen en schrijft teksten voor catalogi. Van de Brandon Pers, opgericht door Frans van de Ven alias Frank Valkenier, is hij van 1989 tot 2001 voorzitter en verschijnen de bibliofiele publicaties De man die niet sterven kon(1991) en Oude en nieuwe liekes(2001). Maar ook zelf is hij beeldend actief en misschien is er op den duur wel een kunstenaar aan hem verloren gegaan.
Vanaf de schoolbanken van de lagere school tekent hij graag met zijn vriend Janus Kluijtmans.{gallery}Jan Naaijkens 100 jaar{/gallery}Vader Jac. Naaijkens is naast timmerman, koster, organist, kaarsenmaker, gemeenteontvanger ook drukker en uitgever van De Hilverbode.Zo komt hij thuis in aanraking met de ambachtelijke aspecten van het grafische vak en met de geur van drukinkt en bedrukt papier. Op de Bisschoppelijke Kweekschool in ’s-Hertogenbosch toont hij zijn artistieke aanleg en snijdt er zijn eerste linosnede. In 1938 behaalt hij zijn diploma voor onderwijzer. In 1939 wordt hij als militair gemobiliseerd en komt in Roosendaal terecht, waar hij aanwijzingen krijgt van Gerrit de Morée. Na de capitulatie komt hij naar Hilvarenbeek terug, waar hij thuis aan De Hilverbodewerkt en in het verzet. Aan de Tilburgse academie onder Henri Sicking volgt hij de opleiding voor de akte L.O. Tekenen, die hij in 1941 behaalt. Vanwege zijn verzetsactiviteiten moet hij onderduiken in Amsterdam, op de zolder van De Wildeman bij kunstschilder Jan Tebben. Hij legt zich toe op het maken van lino- en houtsneden o.a. van exlibris en van rijmprenten uitgegeven door Sous-Marin Presse (Onderduik Pers). Terug in Hilvarenbeek verschuift zijn aandacht meer en meer naar schrijven, redigeren, toneelspelen en organiseren o.a. van de Groot-Kempische Cultuurdagen. Bij huwelijk en geboorte, ter illustratie van een verhaal of affiche van een voorstelling zorgt hij voor een passend beeld of een vignet. Ook kalligrafeert hij oorkonden. Later is hij ‘vakantieschilder’ die vaardig reisschetsen van geziene landschappen, stads- en dorpsgezichten schetst. Jan Naaijkens is een ongrijpbare, culturele duizendpoot, maar bij alles een levenskunstenaar.
Andreas Schotel Museum Esbeek (dagelijks open van 11.00 tot 16.00 uur, behalve maandag)
in Café Schuttershof
Dorpsstraat 2
5085 EG Esbeek