Ieder jaar trakteert en bedankt het bestuur van de Vrienden van Andreas Schotel de vrijwilligers met een uitstapje. Op vrijdag 24 oktober bezoeken we met 16 vrijwilligers de tentoonstelling Andreas Schotel (1896-1984). Te gast met Brabants werk in Museum ’t Oude Slot in Veldhoven, die na verlenging nu echt op het einde loopt.
Na eerst op de Markt in Oirschot met een goedverzorgde lunch onthaald te zijn rijden we – omdat de snelweg één grote, stilstaande file richting Eindhoven is – binnendoor over Wintelre naar Veldhoven-Zeelst. Op het museum worden we door directeur-bestuurder Hans Sonnemans en beheerder Jurgen van Leeuwen hartelijk ontvangen. Hans Sonnemans vertelt over de geschiedenis van ‘het mooiste plekje’ van Veldhoven. In de 16de eeuw stond er op deze plek het Adelijck Huys of ’t Slot van de Heeren van Zeelst. Met de bouwmaterialen van het afgebroken huis wordt er omstreeks 1825 een boerenhoeve van het Noord-Brabantse langgeveltype gebouwd met een poortdoorgang tussen woongedeelte en schuren. In 1964 koopt de gemeente Veldhoven het met een gracht omgeven boerderijcomplex en vinden er ter plekke opgravingen plaats. In 1966 wordt het complex Rijksmonument en wordt de Stichting ’t Oude Slot opgericht met het doel om er een museum in te richten. Na een restauratie heropent het museum in 1974 en behoudt het monumentale monument deze functie tot vandaag de dag. Het is een groene oase van rust in een bebouwde, versteende omgeving.
Op zondag 22 juni jl. is deze Schotel-tentoonstelling geopend door de wethouders Jeroen Rooijakkers van Veldhoven en Gerrit Overmans van Hilvarenbeek. Voor de expositie heeft de conservator een keuze uit het Brabantse werk gemaakt en het verhaal van Andreas Schotel en Esbeek in compacte tekstblokken verteld. Ter introductie op de expositie verduidelijkt hij de opbouw ervan. In de kleinere voorruimte wordt de aanwezigheid van Andreas Schotel met prenten van De Schuttel en foto’s zichtbaar gemaakt. Verder zijn er etsen van Rotterdam, waar uiteindelijk zijn thuis was, etsen van zijn leermeester Antoon Derkzen van Angeren en van zijn vrienden Albert Neuhuijs en Jo Proost geëxposeerd. Ook wordt er aandacht aan de grafische technieken besteed door enkele houtblokken en etsplaten met bijbehorende afdrukken te tonen. In de grote ruimte van de schuur zijn etsen en aquarellen opgehangen, zowel etsen met toon en etsen in de schone druktechniek die Proost en Schotel hebben ontwikkeld en gepraktiseerd. Daarnaast is er boerengerei uit de collectie van ’t Oude Slot opgesteld zoals zichten, pikhaken, zeis, karntonnen, manden enz. Met belangstelling is er gekeken, want met zo’n kleine 70 werken is het een omvangrijke Schotel-expositie, die na de dood van de kunstenaar nog maar zelden met zoveel werken is gehouden.
Niet alleen was er aandacht voor de Esbeekse verzameling. Ook is met belangstelling het zogeheten collectiehuis bezocht, waar in een open depotopstelling het museumbezit geordend en gegroepeerd wordt gepresenteerd. Veel herkenbare, maar ook niet gekende objecten roepen de nodige onderlinge discussies op. Op de zolder van het collectiehuis is de unieke verzameling volksprenten en schoolplaten ondergebracht. Het collectiehuis is zo volgepakt, dat je gewoonweg ogen te kort komt en goed moet zoeken en kijken om de objecten in je op te kunnen nemen.
Voordat we terugrijden naar Esbeek, drinken we koffie of thee met een verse stroopwafel en kunnen we voldaan afscheid nemen. In Esbeek bij Schuttershof aangekomen wordt er onder het genot van een glas nagepraat over de opgedane museale ervaringen. Een plezierige vrijwilligersuitstap waarin men elkaar ook beter heeft leren kennen.
Peter Thoben, conservator
















