Esbeek, een klein dorp, maar met een grote culturele traditie. Een van de mensen die daarvoor verantwoordelijk is, is de conservator van het Andreas Schotel Museum, Peter Thoben. Onder zijn bevlogen leiding, met de hulp van vrijwilligers uit het dorp, wist hij een heus museum tot stand te brengen, met alle nevenactiviteiten die daarbij horen. Op zondag 13 oktober, na twaalf en een half jaar dit werk te hebben gedaan, wordt hij daarvoor gehuldigd met een laudatie door Emmanuel Naaijkens. Peter Thoben zelf opent, met een lezing, de expositie over het werk van Pieter Dupont die hij recent mee inrichtte.
“Kunst! Dat is belangrijk om de mensen ermee te confronteren. Je kunt er mee terug kijken in de tijd, iets wat Andreas Schotel sterk deed. Bekijk al die etsen maar en dan zie je hoe de mensen hier vroeger boerden, woonden en leefden. Kunst draagt dus enorm bij aan de cultuur van een land, maar ook van een streek, of een dorp als Esbeek. Het verbreedt je blik, confronteert soms en kan de nieuwsgierigheid opwekken. Maar bij kunst hoort altijd een verhaal; je moet het beeld plaatsen in de context en dat proberen wij hier in ons museum voortdurend te doen.”
Peter Thoben, geboren in Nijmegen in 1951, is duidelijk in zijn element als zijn passie onderwerp is van gesprek. Sinds 2012 is hij werkzaam in het museum in het hart van het dorp, elke vrijdag en vele dagen er omheen. Dolblij waren ze bijna dertien jaar geleden in het dorp dat de gewezen museumdirecteur van Museum Kempenland in Eindhoven zich bereid verklaarde om van de bestaande collecties een museale collectie te maken. De kunstenaar Andreas Schotel en tijdgenoten mochten niet wegzinken in de vergetelheid. Daar is hij dus goed in geslaagd.
Mede vanuit zijn enthousiasme ontstond er een wandeling door de omgeving die zo’n allesoverheersende rol speelt in het oeuvre van de van oorsprong Rotterdamse kunstenaar: de Andreas Schotel wandeltocht, gelardeerd met voorstellingen, vlak of driedimensionaal, van zijn werk. Wie die wandelt en het geconserveerde atelier bekijkt in de Oranjebond en afsluit met een museumbezoek is voor altijd een bewonderaar van de kunstenaar.
Wat doet een conservator?
Peter Thoben is conservator, maar wat betekent die aanduiding eigenlijk? Een stortvloed aan werkzaamheden blijkt wel, als je hem dat vraagt. “Het beheren van de enorme collectie etsen, prenten en schilderijen van Schotel. Dat doe ik samen met Peter de Laat en daar ben ik erg blij mee, want je moet niet alles alleen hoeven doen. Voortdurend discussiëren we over hoe we alles aanpakken. Bijvoorbeeld over ideeën in verband met de exposities die we vier keer per jaar opzetten. Over Schotel maar ook over verwante kunstenaars, zoals nu de etser Pieter Dupont. Daar publiceer ik ook over.
Elke expositie vraagt studie van het onderwerp en over de kunstenaar. Dat mondt dan uit in een publicatie. Soms in boek- of brochurevorm, maar ook in het dorpsblad ’t Kleppermenneke. Dat hoort allemaal bij het geven van informatie over ons bezit, net als de lezingen die ik erover geef. Kunst roept vragen op en die beantwoord ik, in zoverre ze verband houden met onze collectie. Soms bezitten mensen zelf iets en willen ze mijn opinie erover horen. Gelukkig zijn alle kunstwerken van onze verzamelingen keurig gerestaureerd en in een perfecte conditie, dus hoef ik mij daar niet druk over te maken. Welk wordt mijn hulp ingeroepen bij het leveren van afbeeldingen voor publicaties. Het werk van Schotel leent zich daarvoor natuurlijk perfect.”
Toekomst museum
Over de lange termijn maakt Peter zich niet echt zorgen: “Museum en collectie staan nu als een huis. We krijgen veel bezoekers en dat wordt niet minder, nu veel mensen al fietsend en wandelend Esbeek bezoeken. De financiële basis is gezond, er zijn genoeg medewerkers en, ook belangrijk, de kennis is aanwezig. Natuurlijk moet er opvolging klaar staan, want een mens, ook een conservator, is niet voor de eeuwigheid, maar de meeste kunst gelukkig wel. Esbeek is een bloeiend dorp en dat zal ervoor zorgen dat die er wel gaat komen.”
door Kees van Kemenade