In 1988 emigreerde Vera Reuser naar Australiƫ en later vandaar naar Nieuw Zeeland. Nu is het winter daar aan de andere zijde van de wereld; een goede reden om even terug te gaan naar Esbeek, het dorp van haar jeugd. Naar de bossen van De Oranjebond en naar de plek waar kunstenaar Andreas Schotel haar tekende, samen met de dieren waarmee zij opgroeide.
Door Kees van Kemenade
Als achttien jarig meisje vertrok zij in 1988 naar Australiƫ en la ter naar Nieuw Zeeland, samen met Grant Bennett die zij tijdens haar werk bij restaurant Dalan had leren kennen. Nu werkt ze met haar echtgenoot in de toeristenbranche, is ze moeder van een zoon en een dochter, met een kleinkind op komst. Ooit vond ik alles zo groot in Esbeek, maar nu zie ik dat wel anders. Al is het dorp in die jaren wel enorm gegroeid.
Ik mis het wel, de knusse gezelligheid met die feesten. Kerstmis. Nieuwjaar Carnaval. Sinterklaas… Dat hebben wij daar niet zo. Je kent je eigen buren vaak niet eens. Ik leef er toch wel graag. in Marlborough op het Zuidereiland. Dieren, daar heb ik altijd erg van gehouden en die hebben wij overal om ons heen. Papegaaien in de bomen. als je buiten komt.
Nu is ze hier op familiebezoek en ook om de plekjes uit haar jeugd weer eens te bekijken en om de herinneringen opnieuw te beleven. ‘Ik heb mijn zoon Rhys beloofd om bij De Bockenreijder een omelet met vijf eieren te eten, daar een foto van te maken en die naar hem op te sturen. Dat vond hij een geweldige ervaring toen hij hier was. Begin januari vlieg ik weer terug naar huis. Wij organiseren luxe trips en cruises door de Marlborough Sounds en dat werk begint dan weer.
EEN TWEEDE OPA
Vanuit haar tijdelijk adres, de boswachterswoning van land- goed De Oranjebond, is het niet ver naar het huisje De Schuttel. Schotel heeft mij daar verschil- lende keren getekend om er etsen van te maken’, vertelt Vera. Hij was een soort opa voor mij. Toen wij hier in 1976 kwamen wonen, was ik een meisje van zes. Wij woonden op De Oranje- bond, midden in de bossen. Veel vriendinnetjes woonden er niet in de buurt, maar ik groeide wel fijn op in de natuur. Ik keek er al- tijd naar uit als hij in het voorjaar weer naar Esbeek kwam. Dan zocht ik hem op in zijn atelier. Hij was echt een vriendelijke man, die net als een opa alles uitlegde waarmee hij bezig was. Andreas schotel vond het ook leuk om mij te tekenen. Dan moest ik stil zitten. De dieren waarmee ik opgroeide, mijn tekel en mijn Shetlander, de geitjes, eenden en kippen tekende hij er later bij
Wij moeten dan natuurlijk ook even naar het Museum Andreas Schotel om te kijken of die werken bewaard zijn gebleven. Conservator Peter Thoben zoekt de tekeningen en de etsen op, waar- op Vera als jong meisje is vereeuwigd. Het duurt niet lang of hij heeft er vier teruggevonden. Voor de man van het museum een welkome verrassing. ‘Dat bezoek van Vera Reuser komt eigenlijk heel goed uit. Ik weet nou van een aantal etsen en tekeningen wie er op staat. Dat is belang- rijk je kent ze het verhaal achter het werk en waarom Schotel het heeft vervaardigd.”