In 1922 kwam Schotel, via de directeur van de Kralingen gasfabriek, in contact met diens broer, Cornelis Sissingh. Deze was houtvester op het Landgoed de Utrecht. Hier mocht Schotel gratis wonen nabij de brandtoren. Hij verkocht echter nauwelijks iets waardoor hij na een jaar samen met zijn gezin weer naar Rotterdam moest terugkeren.
Het verlangen naar Esbeek bleef bij Schotel. Dat deed hem besluiten om in 1923 een tuinhuisje over te brengen van Rotterdam naar Esbeek. Het kreeg de naam “De Schuttel”. Het gezin bracht hier de zomermaanden door. Het huisje kwam te staan vlakbij de opzichterswoning van de Oranjebond van Orde, die de Roovertsche Heide had ontgonnen.
In 2000 is De Schuttel, op initiatief van de stichting Vrienden van Andreas Schotel en de Werkgroep Heemkunde Esbeek, volledig gerestaureerd als blijvende blijk van waardering voor het werk van deze kunstenaar.